“Naar welke paramedicus moet ik verwijzen?”

verbeterinitiatief Evi Blezer

Een handige verwijstabel als verbeterinitiatief

Van logopedisten tot diëtisten: als ANIOS in een verpleeghuis werkt Evi Blezer (29) veel samen met paramedici. Maar wie doet wat precies? Kan ze een bewoner het beste naar de fysiotherapeut sturen? Of vallen de klachten toch onder het specialisme van de ergotherapeut? Om patiënten sneller en beter te kunnen verwijzen, maakt Evi een handige verwijstabel.  

“Ik heb paramedici hoog zitten”, begint Evi. “In een verpleeghuis is het ontzettend waardevol dat zorgverleners vanuit meerdere invalshoeken naar één bewoner kijken. Maar ik heb tijdens mijn opleiding nooit les gehad in de specialismes van alle verschillende paramedici. Ik wist dus eigenlijk niet echt wat hun banen inhielden. In grote lijnen wel, natuurlijk, maar niet precíes.”

Wie zijn al deze mensen?

Tijdens haar eerste weken voelt Evi zich overvallen door alle disciplines in het verpleeghuis. Fysiotherapeuten, psychologen, diëtisten, logopedisten, kwaliteitsverpleegkundigen, en dan ook nog allerlei managers.

Een patiënt verwijzen gebeurt via een online systeem. Soms staat daar niet eens de naam bij van een paramedicus, laat staan een foto. Evi: “Wie zijn al deze mensen, dacht ik. En wie moet ik waarvoor hebben?”

Verkeerd verwijzen

Ze probeert een patroon te vinden, maar dat blijkt lastig. “Ik moest al een hoop informatie in één keer verwerken. Over de inhoud van mijn werk, de bewoners en mijn directe collega’s.”

Dus komt het weleens voor dat ze verkeerd verwijst. Een bewoner die hulp nodig heeft bij transfers, verwijst ze bijvoorbeeld naar de ergotherapeut, in plaats van naar de fysiotherapeut. “Geen enorme ramp”, zegt Evi. “De ergotherapeut zette de verwijzing door naar de fysiotherapeut. Maar ik vond het toch vervelend.”

“Na een persoonlijk gesprek is de drempel lager om contact met elkaar op te nemen”

Ook verwijst ze bewoners soms niet door, omdat ze kennis mist. “Als een bewoner een te hoog kaliumgehalte had, gaf ik een medicijn dat kalium verlaagt. Of kaliumdrank. Terwijl je dat met voeding ook kan oplossen, weet ik nu. Een diëtist kan bijvoorbeeld extra bananen adviseren. Dat is niet alleen minder ingrijpend, maar ook veel minder vies dan kaliumdrank.”

Behoefte aan overzicht

Evi besluit uit te zoeken wat alle paramedici precies doen en zet dat op papier. Zo wil ze de interdisciplinaire samenwerking verbeteren. Daarbij wordt ze geprikkeld door haar eigen afstudeeronderzoek naar de interdisciplinaire samenwerking in zorginstellingen.

Ook haar supervisor is enthousiast over het verbeterinitiatief. “Zij begeleidt veel basisartsen en herkende de behoefte aan overzicht”, licht Evi toe.

Korte kennismakingen

Evi nodigt de paramedici uit voor een korte kennismaking. Ze spreekt één persoon per specialisme, want de organisatie is te groot om iedereen te ontmoeten.

“Het kennismaken alleen al was fijn. Gewoon even een gezicht zien. Na zo’n gesprek is de drempel toch lager om contact op te nemen met elkaar.” Ook heeft ze meer inzicht in de precieze taken van de paramedici en weet ze dus beter naar wie ze een bewoner het best kan verwijzen.

Alles in één tabel

Deze informatie verwerkt ze in een tabel ter grootte van 1 A4. Per specialisme noteert ze de namen van de paramedici. Ook omschrijft ze in één of twee woorden wat redenen zijn voor verwijzing. En wat zorgverleners erbij kunnen vermelden.

Evi: “Zo is het voor diëtisten fijn als ze meteen zien wat de laatste labuitslagen van een bewoner zijn. Denk aan vitaminewaardes. Dan hoeven zij die zelf niet meer op te vragen en kunnen ze sneller aan de slag.”

Efficiëntere zorg

Evi is bijna klaar met de tabel, die nieuwe ANIOS straks per mail ontvangen. Ook wordt het document onderdeel van de inwerkmap voor artsen. De tabel is vooral bedoeld om er snel even bij te pakken, want beginnende zorgverleners worden vaak al overladen met informatie.

“Het overzicht is niet volledig”, benadrukt Evi. “Maar de belangrijkste taken van de paramedici waar je als ANIOS mee werkt, staan erin.” Op deze manier hoopt Evi dat artsen en paramedici elkaar sneller en makkelijker vinden, waardoor patiënten sneller van hun probleem af zijn. “Uiteindelijk moet mijn initiatief bijdragen aan effectievere en efficiëntere zorg.”

Niet zelf alles oplossen

Wat Evi geleerd heeft van haar verbeterinitiatief? Allereerst hoe waardevol het werk van haar collega’s is. Maar ze vindt het ook lastig haar verbeterinitiatief klein te houden. Ze is geneigd groot te denken. En tijdens de gesprekken met paramedici komen ook andere verbeterideeën aan bod.

Zo wil een van de diëtisten graag zelf toegang hebben tot labuitslagen. Evi: “Goed plan, dacht ik. Kan ik dat niet regelen? Een collega moest echt tegen me zeggen: “Is dat wel jouw taak?” Het antwoord? Eigenlijk niet.” Wel besluit ze een lijst te maken van de issues die ze zelf niet kan veranderen. Die wil ze voorleggen aan collega’s die er wel wat mee kunnen.

Zin in nieuwe uitdaging

In februari is Evi’s klaar op de werkplek bij deze organisatie. Haar verbeterinitiatief draagt ze over aan een collega. Hoewel Evi het enorm naar haar zin heeft bij haar huidige baan, kijkt ze ook uit naar een nieuwe uitdaging. “Wat ik precies ga doen, weet ik nog niet. Ik vind van alles leuk. Maar ik wil in ieder geval nauw samenwerken met collega’s. Dat is zo belangrijk. Alleen samen kun je de beste zorg leveren voor een patiënt.”

Betere zorg begint bij jezelf

Alle artsen en verpleegkundigen van TalentCare werken aan praktische, kleinschalige verbeterinitiatieven. Daarmee zorgen ze voor duurzame veranderingen op hun werkplek. En maken ze het verschil tussen goede zorg en de best mogelijke zorg. Met meer tijd en ruimte voor waar het écht om gaat: zorg met persoonlijke aandacht. Lees ook hoe ANIOS Marike bij haar werkplek de communicatie met patiënten en collega’s verbeterde.

Michelle Verwijs
Zorgcoördinator

Meer weten?
Neem direct contact met mij op!

Wil jij net als Evi bijdragen aan betere zorg? Ik vertel je graag meer over werken én ontwikkelen bij TalentCare.